WELKOM, BESTE NIEUWKOMER Lees - voor de goede sfeer - eerst de proloog (rechts) en daarna de februari-verhalen 1 t/m 4 op nummerieke volgorde. Klik in 'blogarchief' op 'februari'. SCROLL NAAR BENEDEN en lees ook: 'Wat eraan vooraf ging'. WEES DAARNA EEN LEESKNIKKER!
Powered By Blogger

donderdag 8 februari 2007

2. Terug Uit De Hemel



...een retrospectie...

Paramaribo, augustus 1999




Er is weinig veranderd aan de Goede Verwachting, de zandweg waar ik als kleuter woonde. Er is nog steeds geen stromend water en de bewoners baden - net als toen - in het kanaal. Alles nog even groen en paradijselijk. De geluiden van vogels en krekels, en de doordringende geur van de kalebasplant overheersen. Wel is door de verder gelegen verkeersbrug - die er toen niet was - een lichte ruis hoorbaar. Door een overhangende, schaduwrijke haag loop ik naar achteren, waar een hindostaanse boer karbouwen hield. Een vlinder met tijgermotief dwarrelt voor me uit en muggen maken lustig gebruik van mijn aanwezigheid. Ik beland in een zonovergoten hof. Van de boerderij geen spoor meer, wel staan de drie mangobomen er nog. Ze zijn nu oud en hun stammen zijn bekleed met mos. Ondanks mijn herinneringen is het moeilijk voorstelbaar dat ik hier - waar de tijd heeft stilgestaan - ronddartelde. Ik verveelde me nooit. Karbouwen opjagen, vlijtige mieren observeren of de pas afsnijden. Vruchten plukken. Gillende nichtjes te hulp schieten als ze een slang zagen.

Ik was volmaakt gelukkig. Toch, toen mijn moeder op een dag vroeg wie er naar Nederland wilde, riep ik met mijn broers en zus in koor: Ikke! Wat Nederland precies inhield, wist ik niet. Ja, we moesten Nederlands praten, want dat was “beschaafd” en Suriname “is van Nederland”, leerde je. Op school zongen we liedjes over ijspret. Desondanks besefte ik niet dat het een land was. Voor mij was het een soort hemel, omdat het vliegtuig erheen ging. Bij tijd en wijle vloog er een heel hoog over, een witte streep trekkend door het blauw. Een hemel van waaruit je kon terugkeren, zoals onze lievelingsoom deed. Voor iedereen had hij cadeautjes bij zich. De hele buurt kwam hem bewonderen. Hij straalde trots. Zo leerden we dat Nederland iets begerenswaardigs was.


***

Terug bij de zandweg neem ik plaats onder een amandelboom tegenover ons vroegere familie-erf. Ik laat het verveloze huisje van mijn tante, die voor op het erf woonde, op mij inwerken. Uit een lichtblauw geverfd huis komt een creools tienermeisje nieuwsgierig vragen wie ik ben. Terwijl ik vertel dat ik hier vroeger heb gewoond, komt haar oma turend aangezet. Feilloos herkent ze me: “Ik ken dat gezicht; je bent een kind van Jette.”
Ze weet ook nog de namen van mijn oma, tantes en ooms. Ik vraag hoe het is om iedereen te hebben zien gaan.
“De kinderen van nu zijn heel anders”, antwoordt ze. “Als ik vroeger - ook al zou ik je moeder niet kennen - tegen je zou zeggen:
Als je ondeugend bent dan klap ik je, dan zou je hooguit brutaal kijken en doorlopen. Nu zeggen ze zulke dingen terug, zodat het beter is je oren dicht te houden.”
De vrouw spert veelbetekenend haar ogen open en vervolgt: “Het is nu hier een marihuana- en cocahol. De buurt heet de Goede Verwachting. Huh, zeg maar gerust: de Slechte Verwachting. Er is nu niets meer dat de mensen bindt.”
Ze vertelt dat ons erf lange tijd dichtbegroeid is geweest en dat jongemannen naieve meisjes naar de huizen “meenamen en verkrachtten”. Haar man maakte een einde aan deze praktijken door de boel te verdelgen en vervolgens open te kappen.



***


Ik wandel naar mijn oude school volgens de route die we vroeger liepen. Zo’n vijf kilometer. Een eindeloze afstand voor een kleuter. Bijna hollend moest ik de tred van mijn oudere broers bijhouden. De houtzagerij aan het begin van de zandweg is nog in bedrijf. Het ruikt er naar zoet, vers hout. De Chinees - aan de brede weg die nu niet meer dan een smalle verkeersader blijkt te zijn, en waar we voor luttele centen snoep kochten - is er niet meer.
Even ben ik het spoor bijster. Later blijkt dat ik de nog drukkere Latourweg moet oversteken. Dan herken ik de zandstraat met de smalle Bruynzeel-huizen. ‘Herman Jozefschool’ staat in het toegangshek gelast. De leerlingen zijn al weg, want het is de laatste dag voor de grote vakantie. De onderwijzers komen net uit vergadering. De L-vormige school staat erbij als een vervallen barak, die al jaren niet meer in gebruik is. De glazen shutters hebben plaatsgemaakt voor troosteloos dievenijzer, soms bestaand uit kapot gaas, opgevuld met rotte planken. Op de ooit witte speelplaats van schelpenzand woekert hoog, ongelijkmatig gras. De verweerde mangoboom in het midden heeft slappe, bruingele bladeren en is niet langer vruchtbaar.

“De kinderen staan in de pauze op de stoep langs de lokalen”, vertelt het schoolhoofd. “Door de slechte afwatering is de speelplaats te drassig om te maaien.”
De massieve koperen bel met houten handvat, waarmee het einde van pauzes en lessen werd ingeluid, wordt nog altijd gebruikt. Ik aanschouw het ding als een relikwie. Het zit vol kerven.
“Omdat meneer Dulder er met een hamertje op sloeg”, zegt een meester over het schoolhoofd uit mijn tijd.
“Hier heb ik het: Brave Iwan”, zegt een juffrouw die een oudleerlingenboek heeft opgedoken. In klassiek handschrift zijn de namen met rapportcijfers geschreven. Ik zat in klas 1a/b van 1969/70. Achter mijn naam prijken alleen maar zessen, ook voor ‘gedrag’ en ‘ijver’. Op de volgende bladzijde blijft het blanco achter mijn naam.
Toen was je er niet meer, zegt de juffrouw. Er gaat een lichte schok door me heen. Alsof ik ophield te bestaan. Zo was het eigenlijk ook. Maar nu ben ik terug. Terug uit de hemel.

Verschenen in de Volkskrant van 22 augustus 1999

Wat eraan vooraf ging

*iwanbrave=brainwave* Hij vertrok in 1996 als gefrustreerde ex-Het Parool-journalist naar Paramaribo, Suriname voor zijn doorbraak. Hij columnistte 3 jaar voor de Volkskrant, schreef voor de Groene Amsterdammer, werd correspondent van RTL4-nieuws, presenteerde voor ABC Radio van de legendarische Johnny Kamperveen. In 1998 verscheen zijn bundel 'Enkele Reis Paramaribo'. Hij ging een tweede mislukt huwelijk aan met het Parool. Hij legde de bouw van de twee megabruggen - totaal 3 km - vast voor Ballast Nedam. Was medegrondlegger van PIT, Paramaribo Post, Informed, gaf zijn krachten aan United Business Magazine, hoereerde bij Future Radio, flirte met The Times of Suriname, had een haat-liefde verhouding met De West. Werd uiteindelijk chef Binnenland/Economie en politiek redacteur van de Ware Tijd en columnistte voor - last but not least - AD/Haagsche Courant. Totdat hij compleet op was en versplinterd. Oh ja: hij trouwde - na ettelijke relaties en avontuurtjes - ook nog tussendoor AIDSVRIJ met een 19-jarige Aucaanse. Heeft drie kinderen- van wie twee biologisch en twee wettelijk. Al zijn nazaat heeft als geboorteplaats 'Paramaribo'. Niet slecht voor een "EURO-NEGER"! Laatstelijk gesignaleerd in de drugsscene van Paramaribo. Broodmager. Hij vluchtte uit het Psychiatrisch Centrum Suriname - wie zou dat niet hebben gedaan - en liep weg bij het christelijk opvangcentrum voor drugsverslaafden De Stem. Linea recta naar Amsterdam. Voor 'totaal herstel'. Voorlopig zonder zijn gezin.
Powered By Blogger

Klik tips voor optimaal leesplezier!

Klik op: 'Ouder(e)' berichten voor volgend(e) van latere datum. Viceversa voor 'Nieuwer(e)'. Klik op: titel boven elk verhaal (of in "Blogarchief") voor zichtbaarmaken reacties. Klik op 'Startpagina' voor herstel van pagina zonder reacties.